Van het land dat in gebruik is voor deze Nederlandse voetafdruk ligt een kleine 15 procent in Nederland zelf. De helft van het totaal ligt in andere OESO-landen, een kwart in de transitielanden (Brazilië, Rusland, India, Indonesië, China en Zuid-Afrika, de zogenoemde BRIICS-landen), en slechts 10 procent in de rest van de wereld, waaronder het Midden-Oosten en ontwikkelingslanden. Nederland kan dit landgebruik alleen beïnvloeden met op het buitenland gericht beleid.
Voor meer achtergrond informatie kun je het rapport downloaden.
Per inwoner ligt het landgebruik in de buurt van het mondiale gemiddelde, doordat er voor onze consumptie relatief intensieve productiemethoden worden gebruikt. De hoeveelheid land en water die we gebruiken voor onze consumptie vertelt dan ook maar een deel van het voetafdruk-verhaal. Naast de grootte is de diepte van de voetafdruk zeker zo belangrijk: dat gaat om de milieudruk die ontstaat door productie en verwerking van goederen, inclusief effecten op biodiversiteit, klimaatverandering en watertekorten. Zo zijn die effecten voor intensieve veehouderij in Nederland veel groter per hectare dan voor extensieve veehouderij in Zuid-Amerika. Daar staat wel tegenover dat er in Zuid-Amerika meer land nodig is.
bron: http://www.pbl.nl
Recente reacties